Column

Taalgebruik

‘Ambtenaren krijgen les in duidelijk schrijven.’ De titel in VK suggereert een hilarisch verhaal over onbegrijpelijke ‘ambtenarentaal’; iedere beroepsgroep heeft immers een eigen jargon en bij sommige groepen is de bubbel net iets wereldvreemder dan de ander (zie ook ‘kantoortaal’, ‘vergadertaal’). Maar waar het artikel inderdaad begint met ‘hilarische’ voorbeelden van ‘relevante stakeholders’, ‘suboptimale projecten’ en een tirade tegen ‘jongstledens’ en ‘dientengevolges’, blijkt het eigenlijk over taalniveau B1 te gaan: het streven naar jip-en-janneketaal als standaard. Korte zinnen, telkens 1 mededeling, afwisselend gebruik van beeldtaal. Tegemoetkoming aan groeiend aantal laaggeletterden. Er wordt nog wel gewaarschuwd zo niet ook een ‘groot deel van je inwoners te beledigen’, maar van brief tot brief de doelgroep en dus het taalniveau in te schatten. Is dit framing? Is dit toegeven aan een gegroeide situatie waarmee niemand blij is? Toenemende laaggeletterdheid en een aanpassing in taalniveau en -vorm leiden onherroepelijk tot tweedeling en tot vergroot onbegrip. Dus help de ambtenaren, maar help ook de mensen die het woord steeds moeilijker vinden, want anders wordt straks de echte dialoog onverstaanbaar, op straat, op het Malieveld, en in de Tweede Kamer.


Mark Rutte of captain Kirk?

Van onze premier wordt weer een ‘geitenpaadje’ verwacht (VK, 20-9-‘19): het vinden van een uitweg waar geen uitweg is. De uitdrukking verwijst naar de Perzenkoning Xerxes die de Spartanen van Leonidas alleen maar kan verslaan, doordat de verrader Ephialtes hem een geitenpaadje door de bergen toont om zijn soldaten achter de Spartaanse lijn te brengen; hij wint de slag, maar niet de oorlog. Voor Rutte zou ik een andere uitdrukking gebruiken. Captain Kirk (Star Trek TOS) moest een opzettelijk onmogelijke test ondergaan, de zgn. Kobayashi Maru. Maar Kirk slaagde; hij veranderde eenvoudig de regels van het spel. Een geitenpaadje duidt op een oplossing aangereikt door de tegenpartij zelf, de Kobayashi Maru gaat uit van de inventiviteit van de speler. Geen van beide klinkt hier positief. Kirk’s role model was Odysseus, de man van 1000 listen. Zouden we Rutte niet eerder met Kirk en Odysseus moeten vergelijken dan met Xerxes? Trouwens, Homeros liet zijn held zijn grootste daad verrichten ‘in het tiende jaar van de oorlog’? Rutte is nu 10 jaren premier. Homeros doelde op de list van het paard van Troje. Hm, geitenpaadje, Kobayashi Maru, paard van Troje; we zullen het zien. Als mythologie de politiek binnensluipt wordt het er niet altijd duidelijker op. Wel leuker.


Lost in translation

Artikel in VK: in ‘de Bijbel in gewone taal’ klinkt het begin van het Johannes evangelie als: ‘In het begin was Gods zoon er al. Hij was bij God, en hij was zelf God.’ ‘Gewone taal’ houdt voor mij in dat het begrijpelijker wordt, niet dat het opeens iets anders betekent. In het Grieks opent Johannes met: ‘èn tei archei èn ho logos’, in de Vulgaat: ‘in principio erat verbum’, standaard vertaald met: ‘In den beginne was het Woord’. Vertalen is ontzettend moeilijk, omdat geen enkel woord volledig weergeeft wat in de andere taal bedoeld wordt. Verbum is slechts een aspect van logos. Logos is woord en geest. Johannes uitspraak is pure Griekse filosofie: in den beginne was de amorfe, universele geest, de ratio, zoals de Soïcijnen op hun beurt logos vertaalden, waaruit alles voortkwam. Met zijn opening verwijst Johannes dus naar zijn Griekse bronnen, en direct naar Genesis 1, waar het woord van God de schepping in gang zet: ‘genèthètoo foos’, ‘fiat lux’, ‘er zij licht’, waardoor Christus letterlijk in den beginne aanwezig was als een eigenheid van God. Dus laten we alsjeblieft oppassen met ‘gewone taal’, zeker als het om een tekst gaat die talloze mensen naar de letterlijkheid citeren om er hun gelijk en andermans ongelijk mee te onderbouwen, en ‘anders denkenden’ af te straffen. Anders raakt ons geloof ‘lost in translation’ en kunnen we de Bijbel nog beter naast ons neerleggen. En opnieuw beginnen.


Identiteit

In ‘55 wordt een jongetje vermoord in de VS. Een racistische moord. Als protest wordt hij publiekelijk opgebaard in een ‘open casket’. In 2017 verschijnt een schilderij van die scène. Grote oproer; de schilderes is blank, en ‘verdient geld aan zwart leed’. Uit protest verschijnt in 2018 een schilderij van haar zoontje naar een openbare foto op Insta. De schilder is zwart. De foto ervan wordt gepubliceerd met een zwart balkje voor de ogen. Het lijkt alsof tegenwoordig de kunstenaar zich behoort te beperken tot onderwerpen uit zijn eigen wereld/achtergrond/geslacht. Alsof kunst geen aanstoot mag geven/provoceren/aanzetten tot discussie. Alsof niemand meer buiten zijn eigen grenzen mag stappen. Alsof niemand ooit meer vanuit de ander mag denken. Alsof we louter alleen nog over onszelf mogen praten. Niets zo vruchteloos als een navelstarende monoloog, niets zo vruchtbaar als een prikkelende dialoog. Tempora mutantur; ook al veranderen de tijden, we hoeven niet in alles mee te veranderen.


Anders is het nieuwe normaal

Volgens de Raad van State zijn pastafari geen religieuzen. Een pasfoto met vergiet als hoofddeksel mag niet, omdat de pastafari in kwestie niet voldoende kan aantonen ‘dat het Vliegend Spagettimonster zich ertegen verzet dat zij een rijbewijs heeft waarop ze zonder vergiet staat afgebeeld.’ Een zin om heel lang over na te denken; ga er maar aanstaan als gemiddelde, doordeweekse gelovige. Toon voldoende aan dat jouw God zich verzet tegen geloofsdiscriminatie. Ik loop al vast bij de woorden ‘aantonen’ en ‘voldoende’. Hoe zou dat ‘verzet van God’ er in God’s naam uitzien? Ik hoop dat ik op dat moment mijn phone bij me heb om er een filmpje van te maken #GodToo. Volgens atheïstisch filosoof Paul Cliteur wijst de Raad pastafarisme af, omdat het ‘gekker is dan de grote godsdiensten die we kennen’. Als het criterium een schaal van gekte is, dan bestaat er ook een norm, een benchmark voor godsdiensten. Kijk, die zou ik dan wel weer heel erg graag willen weten. Scheelt een boel onbegrip: ‘Doe eens even normaal, joh!’ Want God heeft een broertje dood aan mensen die afwijken van de norm, die anders zijn of doen. Toch? Of nee, wacht, juist niet. Hè? Ik geloof dat het anders is.


 

De teksten die hier verschijnen spelen in op de actualiteit in de breedste zin, dat wat ons beweegt, dat waarover gesproken en gedacht wordt, steeds in de lijn van wat De Cicero Compagnie kenmerkt; alles heeft met alles te maken. Lees, overweeg en reageer.

Scroll naar boven